Wijzigingen toelatingen gewasbescherming Akkerbouw
Toelatingsbesluiten CTB maart 2006
Toe-latings-nummer |
Merknaam |
Werkzame stoffen |
Gehalte |
Startdatum |
12787 |
Olympus |
Azoxystrobin/chloorthalonil |
80g/l en 400 g/l |
10-03-2006 |
12806 |
Protex Asulam 400 SL |
asulam |
400 g/l |
10-03-2006 |
Wijziging / Uitbreiding toelatingen
Toe-latings-nummer |
Merknaam |
Wijziging / Uitbreiding in: |
W-nr |
Ondertekend |
12132 4914 12128 9978 12597 5122 6169 |
Asepta dimethoaat Brabant dimethoaat Danadim 40 Danadim Progress Dimistar Progress Luxan Dimethoaat 40% Perfekthion |
Nieuw WG en GA Gebruik in aardappelen na 30 juni is niet toegestaan
|
3 6 4 6 1 7 7 |
24-3-2006
|
8629 |
Goltix WG |
Het gebruiksgebied van het bestrijdingsmiddel Goltix WG wordt uitgebreid met de toepassing in de teelt van uitgangsmateriaal voor aardbeien, bloemenzaad, buitenbloemen (Aconitum, Astilbe, Campanula, Delphinium, Helianthus annuus, Lysimachia, Phlox, Peaonia en Solidago) en vaste planten. |
3 |
24-03-2006 |
5829 |
Nogerma Vloeibaar 500 |
verhoging van de concentratie van de werkzame stof in het middel van 300 g/l naar 500 g/l en vervanging van een aantal oplosmiddelen. Tevens wordt een naamwijziging aangevraagd: NOGERMA VLOEIBAAR 500 i.p.v. NOGERMA VLOEIBAAR.
|
1 |
17-2-2006 |
10211 |
Sumicidin Super |
Een wijziging van de veiligheidstermijn voor granen van 14 dagen naar 28 dagen. Herregistratie |
1 |
24-03-06
17-03-2006
|
12130 |
Teldor |
Uitgebreid met de toepassing als schimmelbestrijdingsmiddel in de teelt van snij- en sperziebonen onder glas, boomkwekerijgewassen en vaste planten. |
2 |
24-03-2006
|
7699 7737 |
Mega-M U 46 M |
Compliance check |
1 1 |
31-03-06
|
5785 |
Kerb 50W spuitpoeder |
uitgebreid met de toepassing als onkruidbesrijdingsmiddel in de teelt van sla en andijvie in de volle grond, vaste planten in de volle grond, boomkwekerijgewassen en onder houtige gewassen in parken en plantsoenen, alsmede onder wegbeplantingen en windsingels. |
5 |
17-03-2006
|
6147 |
Kumulus S |
uitgebreid met de toepassing in de teelt van peer en bessen. |
4 |
17-03-2006
|
12014 |
Trigard 100 SL |
uitbreding toepassing in de niet grondgebonden teelt onder glas van paprika en Spaanse peper |
3 |
17-03-2006
|
8589 |
Alar 64 SP |
wijziging van de samenstelling van het middel Alar 64 SP. De etikettering wordt aangepast
|
2 |
03-03-2006
|
Toe-latings-nummer |
Merknaam |
Werkzame stoffen |
Expiratie datum |
Aflever- Termijn |
Opgebruik-termijn |
5833 |
Mesurol |
methiocarb |
1-1-2007 |
1-1-2007 |
1-1-2007 |
Nieuwe toelating:
Nr. |
Naam |
Werkzame stof(fen) |
Gehalte |
Startdatum |
12798 |
Goltix WG |
metamitron |
700 g/kg |
24-03-2006 |
Categorie: Onkruid: diverse gewassen
|
Nieuwe toelating:
Nr. |
Naam |
Werkzame stof(fen) |
Gehalte |
Startdatum |
12807 |
Floxy |
fluroxypyr |
200 g/l |
17-03-06 |
Categorie: Diverse gewassen – onkruiden |
A.
WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel:
a) a) in de teelt van granen;
b) b) in de teelt van maïs;
c) c) in de graszaadteelt;
d) d) in weilanden waarin geen vee aanwezig is;
e) e) op akkerranden en randen van weilanden, waarvoor geldt dat toepassing op percelen die grenzen aan watergangen is toegestaan mits gebruik wordt gemaakt van 90% driftreducerende doppen.
De werkzame stof MCPA is giftig voor bijen en hommels. Het gebruik van dit middel in combinatie met middelen op basis van MCPA is derhalve schadelijk voor bijen en hommels. Het gebruik van dit middel in combinatie met middelen op basis van MCPA is niet toegestaan in bloeiende gewassen of in gewassen die actief worden bezocht door bijen en hommels. Deze combinaties zijn tevens niet toegestaan wanneer bloeiende onkruiden aanwezig zijn.
Veiligheidstermijn
In weilanden en in de graszaadteelt niet korter dan 7 dagen voor de beweiding of maaien toepassen.
Dit middel is uitsluitend bestemd voor professioneel gebruik.
B.
GEBRUIKSAANWIJZING
Algemeen
Dit middel is een bladherbicide met systemische werking.
Het middel werkt tegen éénjarige en overblijvende tweezaadlobbige onkruiden zoals kleefkruid, muur, haag- en akkerwinde en zwarte nachtschade.
De genoemde onkruiden worden zowel in een jong als in een iets ouder stadium bestreden.
Het middel dient te worden verspoten op een droog gewas, bij groeizaam weer en temperaturen boven 6 ºC.
Tijdens de toepassing tot minimaal 1 uur daarna dient het droog te blijven. Het middel kan enige schade doen aan naburige gewassen bij overwaaien van de spuitvloeistof; de toepassing dient daarom zorgvuldig te geschieden.
Zeer gevoelige gewassen zijn bijvoorbeeld bieten in een jong stadium en witlof tevens in een laat stadium in de zomer en herfst.
Hoeveelheid spuitvloeistof per ha: 300-400 liter water.
Het middel dient met een grove druppel en bij lage druk te worden verspoten.
Bijen kunnen actief vliegen op niet-bloeiende gewassen, bijvoorbeeld om
honingdauw te verzamelen die door luizen is afgescheiden.
Toepassingen
Zomer- en wintergranen, tegen kleefkruid en muur welke in alle stadia na opkomst bestreden worden. Varkensgras, zwaluwtong, zwarte nachtschade, witte krodde, paarse dovenetel, hennepnetel, vergeet-mij-niet en spurrie worden alleen in een jong stadium bestreden. Toepassen in het voorjaar vanaf het 3-5 bladstadium van het graan tot einde uitstoeling, in noodgevallen tot het verschijnen van het vlagblad (Zadoks/decimaal 12-38). Voor een optimaal resultaat dient kleefkruid een lengte van 5-10 cm te hebben.
Dosering: |
Wintergranen: 1 l/ha |
|
Zomergranen: 0,75l/ha |
Mengingen:
Bij menging met 2 of meer werkzame stoffen, kan de dosering in wintergranen verlaagd worden tot 0,75 l/ha.
tegen melganzevoet met MCPA (250 g/l): 4 l/ha
tegen kamille en perzikkruid met bentazon: 2 l/ha
Tevens is menging met fungiciden en chloormequat mogelijk.
Ondergezaaid gras verdraagt het middel bij toepassing vanaf het 2-bladstadium.
Maïs, tegen haagwinde, akkerwinde en zwarte nachtschade.
Toepassen op goed ontwikkelde onkruiden voor de bloei; windesoorten bij voorkeur behandelen vóór het moment, dat deze in de maïsplanten beginnen te klimmen.
Tot het zichtbaar worden van het zesde blad van de maïs kan volvelds gespoten worden. In een later stadium kan uitsluitend onder de bladeren door worden gespoten met onderblad-spuitapparatuur.
In verband met kans op gewasschade bij de volveldstoepassing verdient de onderblad-bespuiting de voorkeur.
Dosering: 1 l/ha
Graszaadteelt, tegen de onkruiden genoemd bij zomer- en wintergranen.
De toepassing kan vanaf de nazomer tot in het vroege voorjaar plaatsvinden.
Voorwaarde is dat de grassen 3-5 blaadjes hebben gevormd. Bij toepassing in het voorjaar de behandeling zo tijdig mogelijk uitvoeren en beslist niet later spuiten dan het moment dat de eerste knoop voelbaar is; de bloeiwijze is dan nog volledig omhuld. De ervaringen zijn beperkt tot Engels, Italiaans en Westerwolds raaigras en veldbeemd.
Dosering: 1 l/ha
Weilanden
a.
a. Pas ingezaaid grasland, tegen muur, varkensgras, zwarte nachtschade
en kiemplanten van ridderzuring.
Vanaf het 3-5 bladstadium van het gras.
Dosering: 1 l/ha
Mengingen:
tegen boterbloem en herderstasje met MCPA (250 g/l): 3 l/ha
tegen kamille met bentazon: 2 l/ha
Ingezaaide klaver wordt gedood.
b.
b. Oud weiland
Toepassen bij voorkeur in het voorjaar, of gedurende de rest van het
groeiseizoen, na een maaibeurt opnieuw uitgelopen planten, doch niet na einde
augustus.
Dosering: tegen muur: 1 l/ha
tegen ridderzuring (in volle rozetstadium), grote brandnetel (15-20 cm hoogte)
en paardebloem (vóór de bloei): 1,5 l/ha. Bij een zware bezetting en/of
tegenvallende resultaten de bespuiting het volgende jaar herhalen.
Als ridderzuring of grote brandnetel plaatselijk voorkomen verdient pleksgewijze
toepassing de voorkeur. De concentratie van de spuitvloeistof dient dan 0,3% te
bedragen. Aanwezige klaver wordt gedood.
Op akkerranden en op randen van weilanden, tegen zuringsoorten (in de volle rozetstadium), haagwinde, akkerwinde, grote brandnetel (15-20 cm hoogte) en kleefkruid, eventueel pleksgewijs.
Dosering: |
- - zuring, grote brandnetel en windesoorten: 1,5 l/ha of 0,3% oplossing (30 ml middel/10 l water). |
|
- - kleefkruid: 1 l/ha of 0,2% oplossing (20 ml middel/10 l water). |
Nieuwe toelating:
Nr. |
Naam |
Uitbreiding in: |
W-nr |
Ondertekend |
12585 |
Olympus |
Schimmelbestrijding in winter en zomertarwe. |
|
10-03-2006 |
Categorie: Schimmelsbestrijding - granen |
Wettelijk gebruiksvoorschrift
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel door een gewasbehandeling in de teelt van winter- en zomertarwe.
Om resistentieopbouw te voorkomen mag u dit product of andere producten die strobilurinen -waaronder azoxystrobin- bevatten, niet vaker gebruiken dan 4 keer per teeltseizoen.
Het middel is gevaarlijk voor niet-doelwitarthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.
Het middel is uitsluitend bestemd voor professioneel gebruik.
Veiligheidstermijn
De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan:
5 weken voor wintertarwe en zomertarwe.
Gebruiksaanwijzing
Toepassingen
Winter- en zomertarwe, ter voorkoming van
aantasting door blad- en aarziekten
(zgn. afrijpingsziekten) veroorzaakt door meeldauw (Erysiphe graminis),
bladvlekkenziekte (Septoria tritici en S. nodorum), bruine roest (Puccinia
recondita), DTR (Pyrenophora tritici-repentis en zwartschimmels (Dematiaceae).
Een aantasting door gele roest (Puccinia striiformis) wordt eveneens
voorkomen.
Een bespuiting uitvoeren in de periode vanaf het verschijnen van het vlagblad tot het einde van de bloei (BBCH 39-BBCH 69). Het kan echter noodzakelijk zijn om, afhankelijk van de ziektedruk, een eerdere bespuiting uit te voeren in de periode vanaf het begin van het schieten van het gewas tot het verschijnen van het vlagblad (BBCH 32-BBCH39).
Indien op het moment van behandelen reeds meeldauw aanwezig is, een voor de bestrijding hiervan toegelaten middel toevoegen.
Dosering: 2,5 liter per hectare
Parallel nieuwe toelating:
Nr. |
Naam |
Uitbreiding in: |
W-nr |
Ondertekend |
12806
|
Protex Asulam 400 SL |
. onkruidbestrijdingsmiddel
voor in: |
|
10-03-2006 |
Categorie: Onkruidbestrijding diverse gewassen |
WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT
Toegestaan is
uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel in:
- de teelt van blauwmaanzaad, spinazie, cichorei en witlof (pennenteelt);
- de teelt van augurken in de vollegrond;
- de teelt van tulp, hyacint en lelie;
- de teelt van boomkwekerijgewassen;
- de kruidenteelt;
- de bloementeelt.
Gebruik van dit middel in grondwaterbeschermingsgebieden als bedoeld in de Wet
bodembescherming, daaronder niet begrepen de gebieden waarbinnen uitsluitend
fysische bodemaantastingen zoals grondboringen zijn verboden, is niet
toegestaan.
B.
GEBRUIKSAANWIJZING
ALGEMEEN
Protex-Asulam 400 SL is een systemisch onkruidbestrijdingsmiddel dat zowel door
het blad als door de wortels kan worden opgenomen. Het middel kan afhankelijk
van het gewas vóór en nà opkomst worden toegepast. Protex-Asulam 400 SL
toepassen op vochtige grond in minstens 600 liter per ha. Na opkomst is warm,
zonnig weer bevorderlijk voor de werking. Bij veel regen kort na de toepassing
kan er enige drukking of uitdunning van het gewas optreden, met name op
humusarme gronden.
Onkruidgevoeligheid
De gevoeligheid van de onkruiden is afhankelijk van het toepassingstijdstip.
Gevoelig zijn bij behandeling:
- voor opkomst: duist, straatgras en andere éénjarige grassen;
- voor en na opkomst: kamille, muur, ereprijssoorten, kleine brandnetel,
steenraket en veel-
knopigen;
- na opkomst: klein kruiskruid, wikkesoorten, klein hoefblad, melkdistels en
akkerkers;
- dubbele bespuiting (voor en na opkomst): herderstasje, herik en witte krodde.
Verder
wordt een onderdrukkende werking verkregen op zwarte nachtschade en
meldesoorten.
Weinig gevoelig zijn wolfsmelkachtigen, dovenetelsoorten en duivekervel.
Doseringen
De dosering is, tenzij anders weergegeven, afhankelijk van grondsoort 6 - 7,5
liter per ha.
De laagste dosering op gronden met minder dan 20% slib en/of 2% organische stof
en de hoogste dosering op zwaardere gronden gebruiken.
Bij na-opkomst toepassingen tegen de onkruiden muur, ereprijs, klein hoefblad en
melkdistel de hoogst aangegeven dosering aanhouden.
Bij een dubbele toepassing (voor- en na-opkomst) in totaal niet meer dan 12
liter per ha gebruiken (bij voorkeur 2 x 6 liter).
TOEPASSINGEN
BLAUWMAANZAAD
Toepassen direkt na zaai en/of na opkomst van het gewas bij een gewaslengte
van 5 cm. Bespuiting direkt na zaai verdient de voorkeur voor een goede
bestrijding van grassen en breedbladige onkruiden. Op een zwakker, onregelmatig
opkomend gewas kan pas worden gespoten als het gewas een lengte van ca. 7 cm
heeft, mits de onkruiden nog niet te groot geworden zijn.
N.B. : Bij alle toepassingen kan enige drukking van het gewas optreden. Vooral
bij twee
maal toepassen bestaat ook de kans op enige opbrengstderving.
Ondervruchten: Gelijktijdige inzaai van karwij en gewoon roodzwenkgras is mogelijk, indien alleen vóór opkomst wordt gespoten. Er is kans op enige groeiremming van de jonge karwij en een wat dunnere stand van roodzwenkgras. Inzaai van veldbeemd en witte klaver als ondervrucht is niet mogelijk.
SPINAZIE
Toepassen tot uiterlijk 3 dagen na het zaaien. Het zaad mag niet zijn voorgekiemd.
N.B. : Wanneer de
spinazie bestemd is voor de zaadwinning kan na opkomst vanaf het 4-6
bladstadium een extra behandeling worden uitgevoerd. De onkruiden
mogen niet te
groot zijn.
WITLOF en CICHOREI
Dosering: 4 liter LEGURAME VLOEIBAAR + 2 LITER Protex-Asulam 400 SL +
2 liter chloorprofam (400 g/l)
Toepassen kort na zaai van het gewas, ter bestrijding van komposiete onkruiden
zoals kamille, knopkruid en klein kruiskruid. Protex-Asulam 400 SL uitsluitend
in kombinatie verspuiten met LEGURAME VLOEIBAAR en chloorprofam. Er dient
rekening mee te worden gehouden dat penvertakking kan optreden met name bij veel
regen kort na de toepassing. Dit risiko is het grootst bij toepassing op
humusarme zand- en lichte zavelgronden.
Het gebruik op deze grond wordt dan ook ontraden. In dit verband dient
overdosering vermeden te worden. Penvertakking in de cichoreiteelt is minder
problematisch aangezien de pennen industrieel verwerkt worden. In de
cichoreiteelt kan de dosering Protex-Asulam 400 SL in het tankmengsel eventueel
verhoogd worden tot 3 liter per ha op gronden met > 2% organische stof en/of 15%
afslibbaar.
N.B. : Indien geen komposiete onkruiden worden verwacht bij voorkeur alleen
LEGURAME
VLOEIBAAR met chloorprofam gebruiken.
AUGURKEN IN DE VOLLEGROND
Toepassen kort vóór het planten dan wel kort nà het zaaien. De duurwerking in
dit lang open blijvende gewas is beperkt, zodat veelal aanvullende maatregelen
nodig zullen zijn.
TULP, HYACINT en
LELIE
Dosering:
4-6 liter per ha
Toepassen na opkomst als korrektiebespuiting tegen komposiete onkruiden (kamille
en klein kruiskruid) en wikkesoorten van 4-6 cm grootte. Tegen kruiskruid kan
meestal met de laagste dosering worden volstaan.
Toepassen op een afgehard en droog gewas. Tijdens de toepassing tot enkele uren
nadien moet het droog en groeizaam weer zijn. Bij hergroei van de wikke de
bespuiting zo nodig herhalen.
Opmerking:
In lelie kan toepassing van Protex-Asulam 400 SL onder bepaalde omstandigheden
(warm weer, veel instraling) en in sommige kultivars leiden tot enige
gewasreactie in de vorm van lichtgroene bladvlekjes; in de afbroei zijn echter
in het onderzoek geen nadelige gevolgen geconstateerd.
GEZAAIDE BOOMKWEKERIJGEWASSEN
Dosering: 6 liter per ha
Toepassen kort na zaai in gezaaide boomkwekerijgewassen. Alleen toepassen in
soorten die met name worden genoemd in de voorlichtingsbrochures van de
overheid. Gunstige ervaringen zijn opgedaan met de toepassing van Protex-Asulam
400 SL in diverse soorten van de geslachten Acer, Carpinus, Crataegus, Fagus,
Malus, Prunus, Pyrus, Rosa, Sambucus en Tilia. Het middel niet toepassen op
zandgronden met minder dan 1% humus.
N.B. : Gezien de beperkte ervaring en het grote assortiment aan
boomkwekerijgewassen
verdient het aanbeveling, voor zover geen ervaring werd opgedaan, door
middel van
een proefbespuiting vast te stellen of het te behandelen
boomkwekerijgewas het
middel goed verdraagt.
KRUIDENTEELT
Toepassen in Digitalis lanata (wollig vingerhoedskruid) en Viola tricolor kort
na zaai- en/of na opkomst, vanaf het 3-4 bladstadium.
N.B. : In andere kruidensoorten wordt toepassing niet aanbevolen.
BLOEMENTEELT
(snij-, droog- en zaadbloementeelt)
Dosering: 4 - 7,5 liter per ha
Toepassen alleen
in soorten die met name worden genoemd in de voorlichtingsbrochures van de
overheid, waarbij op zand- en dalgronden bij enkele soorten ten opzichte van het
algemene advies afwijkende doseringen gelden.
Gunstige
ervaringen met Protex-Asulam 400 SL zijn opgedaan in de soorten:
- Amaranthus: kort na zaai en/of na opkomst, vanaf het 4-6 bladstadium
van het gewas;
- Delphinium: kort na zaai;
- Eschscholtzia: kort na zaai;
- Mesembryanthemum: na opkomst, van het 4-6 bladstadium van het gewas;
- Nemesia: kort na zaai en/of na opkomst, van het 4-6 bladstadium van het
gewas;
- Nigella: kort na zaai en/of na opkomst, vanaf het 3-4 bladstadium van
het gewas;
- Papaver: kort na zaai en/of na opkomst, vanaf het 5-6 bladstadium van
het gewas;
- Viola: kort na zaai en/of na opkomst, vanaf het 3-4 bladstadium van het
gewas,
N.B. : Gezien de beperkte ervaring en het grote assortiment aan bloemgewassen
verdient het aanbeveling, voorzover geen ervaring werd opgedaan, door middel van
een proefbespuiting vast te stellen of het te behandelen bloemgewas het middel
goed verdraagt.
Wijzigingen toelatingen gewasbescherming Akkerbouw
Toelatingsbesluiten CTB maart 2006
Toe-latings-nummer |
Merknaam |
Werkzame stoffen |
Gehalte |
Startdatum |
12787 |
Olympus |
Azoxystrobin/chloorthalonil |
80g/l en 400 g/l |
10-03-2006 |
12806 |
Protex Asulam 400 SL |
asulam |
400 g/l |
10-03-2006 |
Wijziging / Uitbreiding toelatingen
Toe-latings-nummer |
Merknaam |
Wijziging / Uitbreiding in: |
W-nr |
Ondertekend |
12132 4914 12128 9978 12597 5122 6169 |
Asepta dimethoaat Brabant dimethoaat Danadim 40 Danadim Progress Dimistar Progress Luxan Dimethoaat 40% Perfekthion |
Nieuw WG en GA Gebruik in aardappelen na 30 juni is niet toegestaan
|
3 6 4 6 1 7 7 |
24-3-2006
|
8629 |
Goltix WG |
Het gebruiksgebied van het bestrijdingsmiddel Goltix WG wordt uitgebreid met de toepassing in de teelt van uitgangsmateriaal voor aardbeien, bloemenzaad, buitenbloemen (Aconitum, Astilbe, Campanula, Delphinium, Helianthus annuus, Lysimachia, Phlox, Peaonia en Solidago) en vaste planten. |
3 |
24-03-2006 |
5829 |
Nogerma Vloeibaar 500 |
verhoging van de concentratie van de werkzame stof in het middel van 300 g/l naar 500 g/l en vervanging van een aantal oplosmiddelen. Tevens wordt een naamwijziging aangevraagd: NOGERMA VLOEIBAAR 500 i.p.v. NOGERMA VLOEIBAAR.
|
1 |
17-2-2006 |
10211 |
Sumicidin Super |
Een wijziging van de veiligheidstermijn voor granen van 14 dagen naar 28 dagen. Herregistratie |
1 |
24-03-06
17-03-2006
|
12130 |
Teldor |
Uitgebreid met de toepassing als schimmelbestrijdingsmiddel in de teelt van snij- en sperziebonen onder glas, boomkwekerijgewassen en vaste planten. |
2 |
24-03-2006
|
7699 7737 |
Mega-M U 46 M |
Compliance check |
1 1 |
31-03-06
|
5785 |
Kerb 50W spuitpoeder |
uitgebreid met de toepassing als onkruidbesrijdingsmiddel in de teelt van sla en andijvie in de volle grond, vaste planten in de volle grond, boomkwekerijgewassen en onder houtige gewassen in parken en plantsoenen, alsmede onder wegbeplantingen en windsingels. |
5 |
17-03-2006
|
6147 |
Kumulus S |
uitgebreid met de toepassing in de teelt van peer en bessen. |
4 |
17-03-2006
|
12014 |
Trigard 100 SL |
uitbreding toepassing in de niet grondgebonden teelt onder glas van paprika en Spaanse peper |
3 |
17-03-2006
|
8589 |
Alar 64 SP |
wijziging van de samenstelling van het middel Alar 64 SP. De etikettering wordt aangepast
|
2 |
03-03-2006
|
Toe-latings-nummer |
Merknaam |
Werkzame stoffen |
Expiratie datum |
Aflever- Termijn |
Opgebruik-termijn |
5833 |
Mesurol |
methiocarb |
1-1-2007 |
1-1-2007 |
1-1-2007 |
Nieuwe toelating:
Nr. |
Naam |
Werkzame stof(fen) |
Gehalte |
Startdatum |
12798 |
Goltix WG |
metamitron |
700 g/kg |
24-03-2006 |
Categorie: Onkruid: diverse gewassen
|
Nieuwe toelating:
Nr. |
Naam |
Werkzame stof(fen) |
Gehalte |
Startdatum |
12807 |
Floxy |
fluroxypyr |
200 g/l |
17-03-06 |
Categorie: Diverse gewassen – onkruiden |
A.
WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel:
a) a) in de teelt van granen;
b) b) in de teelt van maïs;
c) c) in de graszaadteelt;
d) d) in weilanden waarin geen vee aanwezig is;
e) e) op akkerranden en randen van weilanden, waarvoor geldt dat toepassing op percelen die grenzen aan watergangen is toegestaan mits gebruik wordt gemaakt van 90% driftreducerende doppen.
De werkzame stof MCPA is giftig voor bijen en hommels. Het gebruik van dit middel in combinatie met middelen op basis van MCPA is derhalve schadelijk voor bijen en hommels. Het gebruik van dit middel in combinatie met middelen op basis van MCPA is niet toegestaan in bloeiende gewassen of in gewassen die actief worden bezocht door bijen en hommels. Deze combinaties zijn tevens niet toegestaan wanneer bloeiende onkruiden aanwezig zijn.
Veiligheidstermijn
In weilanden en in de graszaadteelt niet korter dan 7 dagen voor de beweiding of maaien toepassen.
Dit middel is uitsluitend bestemd voor professioneel gebruik.
B.
GEBRUIKSAANWIJZING
Algemeen
Dit middel is een bladherbicide met systemische werking.
Het middel werkt tegen éénjarige en overblijvende tweezaadlobbige onkruiden zoals kleefkruid, muur, haag- en akkerwinde en zwarte nachtschade.
De genoemde onkruiden worden zowel in een jong als in een iets ouder stadium bestreden.
Het middel dient te worden verspoten op een droog gewas, bij groeizaam weer en temperaturen boven 6 ºC.
Tijdens de toepassing tot minimaal 1 uur daarna dient het droog te blijven. Het middel kan enige schade doen aan naburige gewassen bij overwaaien van de spuitvloeistof; de toepassing dient daarom zorgvuldig te geschieden.
Zeer gevoelige gewassen zijn bijvoorbeeld bieten in een jong stadium en witlof tevens in een laat stadium in de zomer en herfst.
Hoeveelheid spuitvloeistof per ha: 300-400 liter water.
Het middel dient met een grove druppel en bij lage druk te worden verspoten.
Bijen kunnen actief vliegen op niet-bloeiende gewassen, bijvoorbeeld om
honingdauw te verzamelen die door luizen is afgescheiden.
Toepassingen
Zomer- en wintergranen, tegen kleefkruid en muur welke in alle stadia na opkomst bestreden worden. Varkensgras, zwaluwtong, zwarte nachtschade, witte krodde, paarse dovenetel, hennepnetel, vergeet-mij-niet en spurrie worden alleen in een jong stadium bestreden. Toepassen in het voorjaar vanaf het 3-5 bladstadium van het graan tot einde uitstoeling, in noodgevallen tot het verschijnen van het vlagblad (Zadoks/decimaal 12-38). Voor een optimaal resultaat dient kleefkruid een lengte van 5-10 cm te hebben.
Dosering: |
Wintergranen: 1 l/ha |
|
Zomergranen: 0,75l/ha |
Mengingen:
Bij menging met 2 of meer werkzame stoffen, kan de dosering in wintergranen verlaagd worden tot 0,75 l/ha.
tegen melganzevoet met MCPA (250 g/l): 4 l/ha
tegen kamille en perzikkruid met bentazon: 2 l/ha
Tevens is menging met fungiciden en chloormequat mogelijk.
Ondergezaaid gras verdraagt het middel bij toepassing vanaf het 2-bladstadium.
Maïs, tegen haagwinde, akkerwinde en zwarte nachtschade.
Toepassen op goed ontwikkelde onkruiden voor de bloei; windesoorten bij voorkeur behandelen vóór het moment, dat deze in de maïsplanten beginnen te klimmen.
Tot het zichtbaar worden van het zesde blad van de maïs kan volvelds gespoten worden. In een later stadium kan uitsluitend onder de bladeren door worden gespoten met onderblad-spuitapparatuur.
In verband met kans op gewasschade bij de volveldstoepassing verdient de onderblad-bespuiting de voorkeur.
Dosering: 1 l/ha
Graszaadteelt, tegen de onkruiden genoemd bij zomer- en wintergranen.
De toepassing kan vanaf de nazomer tot in het vroege voorjaar plaatsvinden.
Voorwaarde is dat de grassen 3-5 blaadjes hebben gevormd. Bij toepassing in het voorjaar de behandeling zo tijdig mogelijk uitvoeren en beslist niet later spuiten dan het moment dat de eerste knoop voelbaar is; de bloeiwijze is dan nog volledig omhuld. De ervaringen zijn beperkt tot Engels, Italiaans en Westerwolds raaigras en veldbeemd.
Dosering: 1 l/ha
Weilanden
a.
a. Pas ingezaaid grasland, tegen muur, varkensgras, zwarte nachtschade
en kiemplanten van ridderzuring.
Vanaf het 3-5 bladstadium van het gras.
Dosering: 1 l/ha
Mengingen:
tegen boterbloem en herderstasje met MCPA (250 g/l): 3 l/ha
tegen kamille met bentazon: 2 l/ha
Ingezaaide klaver wordt gedood.
b.
b. Oud weiland
Toepassen bij voorkeur in het voorjaar, of gedurende de rest van het
groeiseizoen, na een maaibeurt opnieuw uitgelopen planten, doch niet na einde
augustus.
Dosering: tegen muur: 1 l/ha
tegen ridderzuring (in volle rozetstadium), grote brandnetel (15-20 cm hoogte)
en paardebloem (vóór de bloei): 1,5 l/ha. Bij een zware bezetting en/of
tegenvallende resultaten de bespuiting het volgende jaar herhalen.
Als ridderzuring of grote brandnetel plaatselijk voorkomen verdient pleksgewijze
toepassing de voorkeur. De concentratie van de spuitvloeistof dient dan 0,3% te
bedragen. Aanwezige klaver wordt gedood.
Op akkerranden en op randen van weilanden, tegen zuringsoorten (in de volle rozetstadium), haagwinde, akkerwinde, grote brandnetel (15-20 cm hoogte) en kleefkruid, eventueel pleksgewijs.
Dosering: |
- - zuring, grote brandnetel en windesoorten: 1,5 l/ha of 0,3% oplossing (30 ml middel/10 l water). |
|
- - kleefkruid: 1 l/ha of 0,2% oplossing (20 ml middel/10 l water). |
Nieuwe toelating:
Nr. |
Naam |
Uitbreiding in: |
W-nr |
Ondertekend |
12585 |
Olympus |
Schimmelbestrijding in winter en zomertarwe. |
|
10-03-2006 |
Categorie: Schimmelsbestrijding - granen |
Wettelijk gebruiksvoorschrift
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel door een gewasbehandeling in de teelt van winter- en zomertarwe.
Om resistentieopbouw te voorkomen mag u dit product of andere producten die strobilurinen -waaronder azoxystrobin- bevatten, niet vaker gebruiken dan 4 keer per teeltseizoen.
Het middel is gevaarlijk voor niet-doelwitarthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.
Het middel is uitsluitend bestemd voor professioneel gebruik.
Veiligheidstermijn
De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan:
5 weken voor wintertarwe en zomertarwe.
Gebruiksaanwijzing
Toepassingen
Winter- en zomertarwe, ter voorkoming van
aantasting door blad- en aarziekten
(zgn. afrijpingsziekten) veroorzaakt door meeldauw (Erysiphe graminis),
bladvlekkenziekte (Septoria tritici en S. nodorum), bruine roest (Puccinia
recondita), DTR (Pyrenophora tritici-repentis en zwartschimmels (Dematiaceae).
Een aantasting door gele roest (Puccinia striiformis) wordt eveneens
voorkomen.
Een bespuiting uitvoeren in de periode vanaf het verschijnen van het vlagblad tot het einde van de bloei (BBCH 39-BBCH 69). Het kan echter noodzakelijk zijn om, afhankelijk van de ziektedruk, een eerdere bespuiting uit te voeren in de periode vanaf het begin van het schieten van het gewas tot het verschijnen van het vlagblad (BBCH 32-BBCH39).
Indien op het moment van behandelen reeds meeldauw aanwezig is, een voor de bestrijding hiervan toegelaten middel toevoegen.
Dosering: 2,5 liter per hectare
Parallel nieuwe toelating:
Nr. |
Naam |
Uitbreiding in: |
W-nr |
Ondertekend |
12806
|
Protex Asulam 400 SL |
. onkruidbestrijdingsmiddel
voor in: |
|
10-03-2006 |
Categorie: Onkruidbestrijding diverse gewassen |
WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT
Toegestaan is
uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel in:
- de teelt van blauwmaanzaad, spinazie, cichorei en witlof (pennenteelt);
- de teelt van augurken in de vollegrond;
- de teelt van tulp, hyacint en lelie;
- de teelt van boomkwekerijgewassen;
- de kruidenteelt;
- de bloementeelt.
Gebruik van dit middel in grondwaterbeschermingsgebieden als bedoeld in de Wet
bodembescherming, daaronder niet begrepen de gebieden waarbinnen uitsluitend
fysische bodemaantastingen zoals grondboringen zijn verboden, is niet
toegestaan.
B.
GEBRUIKSAANWIJZING
ALGEMEEN
Protex-Asulam 400 SL is een systemisch onkruidbestrijdingsmiddel dat zowel door
het blad als door de wortels kan worden opgenomen. Het middel kan afhankelijk
van het gewas vóór en nà opkomst worden toegepast. Protex-Asulam 400 SL
toepassen op vochtige grond in minstens 600 liter per ha. Na opkomst is warm,
zonnig weer bevorderlijk voor de werking. Bij veel regen kort na de toepassing
kan er enige drukking of uitdunning van het gewas optreden, met name op
humusarme gronden.
Onkruidgevoeligheid
De gevoeligheid van de onkruiden is afhankelijk van het toepassingstijdstip.
Gevoelig zijn bij behandeling:
- voor opkomst: duist, straatgras en andere éénjarige grassen;
- voor en na opkomst: kamille, muur, ereprijssoorten, kleine brandnetel,
steenraket en veel-
knopigen;
- na opkomst: klein kruiskruid, wikkesoorten, klein hoefblad, melkdistels en
akkerkers;
- dubbele bespuiting (voor en na opkomst): herderstasje, herik en witte krodde.
Verder
wordt een onderdrukkende werking verkregen op zwarte nachtschade en
meldesoorten.
Weinig gevoelig zijn wolfsmelkachtigen, dovenetelsoorten en duivekervel.
Doseringen
De dosering is, tenzij anders weergegeven, afhankelijk van grondsoort 6 - 7,5
liter per ha.
De laagste dosering op gronden met minder dan 20% slib en/of 2% organische stof
en de hoogste dosering op zwaardere gronden gebruiken.
Bij na-opkomst toepassingen tegen de onkruiden muur, ereprijs, klein hoefblad en
melkdistel de hoogst aangegeven dosering aanhouden.
Bij een dubbele toepassing (voor- en na-opkomst) in totaal niet meer dan 12
liter per ha gebruiken (bij voorkeur 2 x 6 liter).
TOEPASSINGEN
BLAUWMAANZAAD
Toepassen direkt na zaai en/of na opkomst van het gewas bij een gewaslengte
van 5 cm. Bespuiting direkt na zaai verdient de voorkeur voor een goede
bestrijding van grassen en breedbladige onkruiden. Op een zwakker, onregelmatig
opkomend gewas kan pas worden gespoten als het gewas een lengte van ca. 7 cm
heeft, mits de onkruiden nog niet te groot geworden zijn.
N.B. : Bij alle toepassingen kan enige drukking van het gewas optreden. Vooral
bij twee
maal toepassen bestaat ook de kans op enige opbrengstderving.
Ondervruchten: Gelijktijdige inzaai van karwij en gewoon roodzwenkgras is mogelijk, indien alleen vóór opkomst wordt gespoten. Er is kans op enige groeiremming van de jonge karwij en een wat dunnere stand van roodzwenkgras. Inzaai van veldbeemd en witte klaver als ondervrucht is niet mogelijk.
SPINAZIE
Toepassen tot uiterlijk 3 dagen na het zaaien. Het zaad mag niet zijn voorgekiemd.
N.B. : Wanneer de
spinazie bestemd is voor de zaadwinning kan na opkomst vanaf het 4-6
bladstadium een extra behandeling worden uitgevoerd. De onkruiden
mogen niet te
groot zijn.
WITLOF en CICHOREI
Dosering: 4 liter LEGURAME VLOEIBAAR + 2 LITER Protex-Asulam 400 SL +
2 liter chloorprofam (400 g/l)
Toepassen kort na zaai van het gewas, ter bestrijding van komposiete onkruiden
zoals kamille, knopkruid en klein kruiskruid. Protex-Asulam 400 SL uitsluitend
in kombinatie verspuiten met LEGURAME VLOEIBAAR en chloorprofam. Er dient
rekening mee te worden gehouden dat penvertakking kan optreden met name bij veel
regen kort na de toepassing. Dit risiko is het grootst bij toepassing op
humusarme zand- en lichte zavelgronden.
Het gebruik op deze grond wordt dan ook ontraden. In dit verband dient
overdosering vermeden te worden. Penvertakking in de cichoreiteelt is minder
problematisch aangezien de pennen industrieel verwerkt worden. In de
cichoreiteelt kan de dosering Protex-Asulam 400 SL in het tankmengsel eventueel
verhoogd worden tot 3 liter per ha op gronden met > 2% organische stof en/of 15%
afslibbaar.
N.B. : Indien geen komposiete onkruiden worden verwacht bij voorkeur alleen
LEGURAME
VLOEIBAAR met chloorprofam gebruiken.
AUGURKEN IN DE VOLLEGROND
Toepassen kort vóór het planten dan wel kort nà het zaaien. De duurwerking in
dit lang open blijvende gewas is beperkt, zodat veelal aanvullende maatregelen
nodig zullen zijn.
TULP, HYACINT en
LELIE
Dosering:
4-6 liter per ha
Toepassen na opkomst als korrektiebespuiting tegen komposiete onkruiden (kamille
en klein kruiskruid) en wikkesoorten van 4-6 cm grootte. Tegen kruiskruid kan
meestal met de laagste dosering worden volstaan.
Toepassen op een afgehard en droog gewas. Tijdens de toepassing tot enkele uren
nadien moet het droog en groeizaam weer zijn. Bij hergroei van de wikke de
bespuiting zo nodig herhalen.
Opmerking:
In lelie kan toepassing van Protex-Asulam 400 SL onder bepaalde omstandigheden
(warm weer, veel instraling) en in sommige kultivars leiden tot enige
gewasreactie in de vorm van lichtgroene bladvlekjes; in de afbroei zijn echter
in het onderzoek geen nadelige gevolgen geconstateerd.
GEZAAIDE BOOMKWEKERIJGEWASSEN
Dosering: 6 liter per ha
Toepassen kort na zaai in gezaaide boomkwekerijgewassen. Alleen toepassen in
soorten die met name worden genoemd in de voorlichtingsbrochures van de
overheid. Gunstige ervaringen zijn opgedaan met de toepassing van Protex-Asulam
400 SL in diverse soorten van de geslachten Acer, Carpinus, Crataegus, Fagus,
Malus, Prunus, Pyrus, Rosa, Sambucus en Tilia. Het middel niet toepassen op
zandgronden met minder dan 1% humus.
N.B. : Gezien de beperkte ervaring en het grote assortiment aan
boomkwekerijgewassen
verdient het aanbeveling, voor zover geen ervaring werd opgedaan, door
middel van
een proefbespuiting vast te stellen of het te behandelen
boomkwekerijgewas het
middel goed verdraagt.
KRUIDENTEELT
Toepassen in Digitalis lanata (wollig vingerhoedskruid) en Viola tricolor kort
na zaai- en/of na opkomst, vanaf het 3-4 bladstadium.
N.B. : In andere kruidensoorten wordt toepassing niet aanbevolen.
BLOEMENTEELT
(snij-, droog- en zaadbloementeelt)
Dosering: 4 - 7,5 liter per ha
Toepassen alleen
in soorten die met name worden genoemd in de voorlichtingsbrochures van de
overheid, waarbij op zand- en dalgronden bij enkele soorten ten opzichte van het
algemene advies afwijkende doseringen gelden.
Gunstige
ervaringen met Protex-Asulam 400 SL zijn opgedaan in de soorten:
- Amaranthus: kort na zaai en/of na opkomst, vanaf het 4-6 bladstadium
van het gewas;
- Delphinium: kort na zaai;
- Eschscholtzia: kort na zaai;
- Mesembryanthemum: na opkomst, van het 4-6 bladstadium van het gewas;
- Nemesia: kort na zaai en/of na opkomst, van het 4-6 bladstadium van het
gewas;
- Nigella: kort na zaai en/of na opkomst, vanaf het 3-4 bladstadium van
het gewas;
- Papaver: kort na zaai en/of na opkomst, vanaf het 5-6 bladstadium van
het gewas;
- Viola: kort na zaai en/of na opkomst, vanaf het 3-4 bladstadium van het
gewas,
N.B. : Gezien de beperkte ervaring en het grote assortiment aan bloemgewassen
verdient het aanbeveling, voorzover geen ervaring werd opgedaan, door middel van
een proefbespuiting vast te stellen of het te behandelen bloemgewas het middel
goed verdraagt.