Wijzigingen toelatingen gewasbescherming Akkerbouw

 

Toelatingsbesluiten CTB juli 2005

 

Nieuwe toelating

Toe-latings-nummer

Merknaam

Werkzame stoffen

Gehalte

Startdatum

12723

Fandango

prothioconazool

fluoxastrobin

100 g/l

100 g/l

29-07-2005

12725

Proline

prothioconazool

250 g/l

29-07-2005

12707

Afalon SC

Linuron

450 g/l

29-07-2005

 

 

 

 

 

 

 

 

Uitbreiding/wijziging toelating

Toe-latings-nummer

Merknaam

Uitbreiding/wijziging:

W-nummer

Ondertekend

12554

Nautilus

Om resistentieopbouw te voorkomen mag u, bij herhaalde toepassingen, dit product niet vaker dan 50% van het aantal toepassingen gebruiken.

2

15-07-2005

5089

Brabant Mixture

Vervoederen van behandeld gras en/of hooi en beweiden van behandelde percelen is niet toegestaan.

4

29-07-2005

11407

Opus Team

Uitbreiding in de teelt van suikerbieten en rode bieten

2

29-07-2005

 

Vervallen toelating

Toe-latings-nummer

Merknaam

Werkzame stoffen

Expiratie

datum

Aflever-

termijn

Opgebruik-termijn

4377 4379 3473 12203 12443 12365 10163 12174 11346 11830

Diverse merknamen

metaldehyde

01-08-2005

31-12-2005

31-12-2006

 


 

Nieuwe toelating:

Nr.

Naam

Werkzame stof(fen)

Gehalte

Startdatum

12723

Fandango

prothioconazool

fluoxastrobin

100 g/l

100 g/l

29-07-2005

Categorie:

Schimmelbestrijding granen

 

 

Wettelijk gebruiksvoorschrift

 

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel door een gewasbehandeling in de teelt van:

a. winter- en zomertarwe en triticale;

b. winter- en zomergerst.

 

Om resistentieopbouw te voorkomen mag dit product of andere producten die fluoxastrobine of een strobilurine bevatten niet vaker gebruikt worden dan tweemaal per seizoen.

 

Veiligheidstermijn

6 weken voor winter- en zomertarwe, triticale en winter- en zomergerst.

Het middel is uitsluitend bestemd voor beroepsmatig gebruik.

 

Gebruiksaanwijzing

TOEPASSINGEN

Winter- en zomertarwe, en triticale, ter voorkoming van aantasting door voetziekte (Pseudocercosporella herpotrichoides) en blad- en aarziekten, veroorzaakt door bladvlekkenziekte (Septoria tritici), echte meeldauw (Erysiphe graminis), DTR (Pyrenophora tritici-repentis), bruine roest (Puccinia recondita), gele roest (Puccinia striiformis), kafjesbruin (Septoria nodorum) en aarfusarium (Fusarium spp.).

-         Voetziekte: bij de aanwezigheid van symptomen een behandeling uitvoeren vanaf begin strekking tot tweede knop voelbaar (BBCH 30-32).

-         Bladziekten: bij de aanwezigheid van symptomen een behandeling uitvoeren vanaf tweede knop voelbaar tot het in de aar komen (BBCH 32-55). Indien nodig de behandeling herhalen.

-         Aarziekten: een behandeling uitvoeren vanaf het in de aar komen tot einde bloei (BBCH 55-69).

Dosering: 1,5 liter per hectare.

 

Winter- en zomergerst, ter voorkoming van aantasting door netvlekkenziekte (Pyrenophora teres), bladvlekkenziekte (Phynchosporium secalis), dwergroest (Puccinia hordei) en echte meeldauw (Erysiphe graminis).

Bij aanwezigheid van symptomen een behandeling uitvoeren vanaf tweede knoop voelbaar tot het in de aar komen (BBCH 32-55). Indien nodig de behandeling herhalen.

Dosering: 1,25 l/ha per hectare

 

 

Nieuwe toelating:

Nr.

Naam

Werkzame stof(fen)

Gehalte

Startdatum

12725

Proline

prothioconazool

250 g/l

29-07-2005

Categorie:

Schimmelbestrijding granen

 

Wettelijk gebruiksvoorschrift

 

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel door een gewasbehandeling in de teelt van:

 a. Winter- en zomertarwe en triticale

 b. Winter- en zomergerst

 c. Winterrogge

 

Het middel is uitsluitend bestemd voor professioneel gebruik.

 

 

Gebruiksaanwijzing

 

Algemeen

Tijdens het roeren in de tank kan soms schuimvorming optreden. In dat geval een geschikt antischuimmiddel toevoegen.

 

Resistentiemanagement

 

PROLINE combineren of afwisselen met middelen met een ander werkingsmechanisme om resistentie of kruisresistentie tegen te gaan.

 

Toepassingen

 

Winter- en zomertarwe en triticale, ter voorkoming van aantasting door voetziekte (Pseudocercosporella herpotrichoides) en blad- en aarziekten, veroorzaakt door bladvlekkenziekte (Septoria tritici), echte meeldauw (Erysiphe graminis), DTR (Pyrenophora tritici-repentis), bruine roest (Puccinia recondita), gele roest (Puccinia striiformis), kafjesbruin (Septoria nodorum) en aarfusarium (Fusarium spp.).

-         Voetziekte: bij de aanwezigheid van symptomen een behandeling uitvoeren vanaf begin strekking tot tweede knop voelbaar (BBCH 30-32)

-         Bladziekten: bij de aanwezigheid van symptomen een behandeling uitvoeren vanaf tweede knop voelbaar tot het in de aar komen (BBCH 32-55). Indien nodig de behandeling 1x herhalen.

-         Aarziekten: een behandeling uitvoeren vanaf het in de aar komen tot einde bloei (BBCH 55-69).

Dosering: 0,8 liter per hectare

 

Winter- en zomergerst, ter voorkoming van aantasting door netvlekkenziekte (Pyrenophora teres), bladvlekkenziekte (Phynchosporium secalis), dwergroest (Puccinia hordei) en echte meeldauw (Erysiphe graminis).

Bij aanwezigheid van symptomen een behandeling uitvoeren vanaf tweede knoop voelbaar tot het in de aar komen (BBCH 32-55). Indien nodig de behandeling 1x herhalen.

Dosering: 0,8 liter per hectare

 

Winterrogge, ter voorkoming van een aantasting door echte meeldauw (Ersyphe graminis), bladvlekkenziekte (Rhynchosporium secalis), bruine roest (Puccinia recondita) en kafjesbruin (Septoria nodorum).

Bij aanwezigheid van symptomen een behandeling uitvoeren vanaf tweede knoop voelbaar tot het in de aar komen (BBCH 32-55). Indien nodig de behandeling 1x herhalen.

Dosering: 0,8 liter per hectare

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Nieuwe Toelating

Nr.

Naam

Werkzame stof(fen)

Gehalte

Startdatum

12707

Afalon SC

Linuron

450 g/l

29-07-2005

Categorie:

onkruidbestrijding

 

WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT

 

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel

1.      in de teelt van pootaardappelen, consumptieaardappelen, fabrieksaardappelen, landbouwstambonen, tuinbonen, vezelvlas en lijnzaad.

2.      in de fruitteelt onder appels, peren, kersen, pruimen, rode bessen, witte bessen, zwarte bessen, kruisbessen, bramen en frambozen;

3.      in de teelt van kervel, pastinaak, peterselie, snijselderij, bleekselderij, knolselderij, dille, maggikruid, bospeen, waspeen, winterwortel en in de opkweek van asperges;

4.      in de bloembollen-, bloemen- en bloemzadenteelt;

5.      in de teelt van boomkwekerijgewassen;

6.      in de sierteelt onder glas van Alstroemeria, Cymbidium, Freesia, Gypsophila
en roos, alsmede onder teelttafels voor potplanten
.

 

GEBRUIKSAANWIJZING

Algemeen
Afalon SC is een systemisch herbicide dat via de wortels en het blad van de onkruiden wordt opgenomen. Het middel bestrijdt een groot aantal tweezaadlobbige onkruiden waaronder kamille, klein kruiskruid, muur, zwarte nachtschade, herdersjasje, kleine brandnetel. Ook voor triazinen resistent geworden  onkruidsoorten, zoals klein kruiskruid, straatgras en basterdwederik worden goed bestreden. De werking tegen grasachtigen is in het algemeen minder goed dan tegen tweezaadlobbigen onkruiden. Na de opkomst zijn klein kruiskruid en kamille minder gevoelig. Weinig of niet gevoelig zijn: paarse  dovenetel, hoenderbeet, kleefkruid, zwaluwtong en duivekervel.

Afalon SC oefent een langdurig effect uit. Daarom zal men op lichte zandgronden met korte teelten bedacht moeten zijn op de mogelijkheid van nawerking.
Vanaf het bespuitingstijdstip tot de teelt van een volgend gevoelig gewas (bijv. sla, andijvie, komkommer) dient een periode van tenminste 4 maanden te liggen. Voor een goede werking dient de grond tijdens de behandeling van goede structuur en vochtig te zijn. Niet spuiten op natte, dichtgeslagen, droge en gebarsten grond. Na het spuiten dient geen grondbewerking meer te worden uitgevoerd. Voor een goede verdeling dient Afalon SC in 400-600 liter water per ha te worden verspoten.

 

Aardappelen
Dosering
:  1,5-2,5 liter per ha na de laatste keer aanaarden, vóór de opkomst van het
                 gewas.

 

Landbouwstambonen
Alleen bij droog te oogsten bruine en witte bonen toepassen op een bezakt zaaibed, kort na het zaaien tot uiterlijk 3 dagen voor opkomst.
Dosering:  1,5-2 liter per ha.

De bonen dienen tenminste 3 cm diep en goed regelmatig gezaaid te zijn. niet toepassen op zeer lichte humusarme zandgronden of op dichtgeslempte of tengevolge van droogte gescheurde gronden.

 


 

Tuinbonen
Dosering:
    1-1,5 liter per ha.

Toepassen na het zaaien tot een week vóór opkomst of kort vóór het uitplanten.

 

Vlas

Dosering:   0,6-0,75 liter per ha.

Als richtdosering moet 0,75 liter per ha worden aangehouden. De laagst aangegeven dosering (0,6 l/ha) is uitsluitend bedoeld voor toepassing op lichte humusarme zavelgronden.
Ondervruchten als klaver en graszaad kunnen schade oplopen.

 

Appels, peren, kersen, pruimen, rode bessen, witte bessen, zwarte bessen, kruisbessen, bramen en frambozen
Dosering:  2-3 liter per ha behandeld oppervlak, afhankelijk van de zwaarte en/of het
                 humusgehalte van de grond.

De betreffende gewassen moeten tenminste 1 jaar vaststaan.

 

Toepassingstijdstip:
Bij voorkeur in het voorjaar, nog voor er van onkruidontwikkeling sprake is. Bij houtig klein fruit geldt als bijkomende voorwaarde dat de toepassing moet plaatshebben voor het uitlopen van de knoppen.

Indien bij groot fruit later in het seizoen toepassing op een aanwezige onkruidvegetatie zou moeten plaatsvinden, is een combinatie met een contactherbicide aan te bevelen.

De grond dient bij toepassing vochtig te zijn. De bespuiting echter niet uitvoren als op korte termijn veel neerslag wordt verwacht.

 

In de opkweek van asperges
Dosering:  1-1,5 liter per ha.

 

Peterselie, snijselderij, kervel, pastinaak
Dosering:  1-2 liter per ha.
Toe te passen  na het zaaien, uiterlijk tot een week vóór opkomst.

Knolselderij en bleekselderij
Dosering
: 1-1,5 liter per ha.
Toepassen na het uitplanten, direct na opkomst van de onkruiden.
Op humeuze gronden de hoogst aangegeven dosering gebruiken.

 

Dille en maggikruid ( lavas - Levisticum officinale)
Dosering
:  1 liter per ha.
Toepassen kort na het zaaien, of na de opkomst als het gewas 2 echte blaadjes heeft.

 

Wortelen
Twee toepassingsmogelijkheden:
a) Uitsluitend ( tot uiterlijk 3 dagen) vóór opkomst. Alleen gebruiken bij een op rijen gezaaid gewas. Toepassen op vochtige, bezakte grond; dus niet op losse grond direct na het zaaien.

Dosering: 1,5-2 liter per ha.
Het wordt afgeraden het middel te gebruiken op gronden met minder dan 15 % slib

 b) Een gedeelde toepassing, namelijk de helft van de benodigde dosering vóór opkomst, de
    andere helft na opkomst van het gewas.

     Dit houdt in:
     2 x 0,5 liter per ha of, 2 x 0,75 liter per ha of,
     2 x 1,0 liter per ha, al naar gelang de grondsoort.

    


 

Voor wat betreft de omstandigheden van de vóóropkomst behandeling: zie onder a).
In geen geval spuiten tijdens of kort na de opkomst.  De na-opkomst-behandeling wordt
uitgevoerd op een gewas met 2 à 3 echte blaadjes; hoge luchtvochtigheid en bedekte
lucht is hierbij gewenst. Het onkruidbestrijdend effect van deze toepassingswijze is
doorgaans beter dan uitsluitend een voor-opkomst-behandeling; enige kans op
oogstderving is niet geheel uitgesloten.

N.B. Toepassing op humusarme duinzandgronden bij  bospeen wordt ontraden, omdat ten gevolge van de korte groeiperiode het volggewas nadelige gevolgen van deze behandeling kan ondervinden.

 

Toepassing in bloembollen- en bloementeelt:

 

Anemonen (pitten en knopen)
Dosering: 1-1,5 liter per ha, uiterlijk enkele dagen vóór opkomst van het gewas.
Niet toepassen op humusarme grondsoorten (spuittuinen)  en niet op anemonewol.

 

Gladiolen
Dosering
:    1 liter per ha op duinzandgronden,
                   1,5 liter per ha op zavelgronden,
                   2 liter per ha op kleigronden.
Niet toepassen op kralen. Toepassen kort vóór opkomst.

Hyacinten
Dosering:  1,5 liter per ha.
Toepassen uitsluitend voor opkomst, na het verwijderen van het dek, bij voorkeur vóór het gieren. Niet gebruiken op zeer humusarme zandgronden (spuittuinen).

Toepassing in de bloemzadenteelt:

Anjer (Dianthus caryophyllus)
Dosering:  10-15 ml per are op klein onkruid kort na het uitplanten.
In het voorjaar kan een herbehandeling worden uitgevoerd.

Korenbloem ( Centaurea cyanus)
Dosering: 10-15 ml per are kort na het zaaien.

 

Oostindische kers  ( Tropaeolum majus)
Dosering: 10-15 ml per are vóór opkomst.

 

Primula ( Primula veris)
Dosering:  10-15 ml per are op klein onkruid na het uitplanten; eventueel na 2 à 3 maanden
                  herhalen.
                 10-15 ml per are tegen aanwezig en te verwachten onkruid kort na de oogst.

Pyrethrum (Pyrethrum roseum, Chrysanthemum coccineum)
Dosering: 10-15 ml per are op klein onkruid, na het uitplanten;
                10-15 ml per are op aanwezig en te verwachten onkruid voor opkomst in het
                voorjaar.

Siervlas (Linum perenne)
Dosering:  10-15 ml per are kort na zaaien.

 

Reseda ( Reseda odorara)
Dosering: 10-15 ml per are kort na zaaien.

N.B. Het gebruik van Afalon SC in de bloemzadenteelt berust niet op onderzoek
        van Hoechst Holland B.V.
        Voor technische begeleiding bij de toepassing van Afalon SC in
        bovengenoemde teelten  wordt verwezen naar de gids Gewasbescherming van D.L.V.

Toepassing in boomkwekerijgewassen in de volle grond:

Dosering: 1,5-2 liter per ha in 400 liter water per ha, afhankelijk van
                 grondsoort en onkruidbestand (code 4 G).
Niet toepassen op zaaibedden en op nog niet goed beworteld stekgoed.
Ten tijde van de toepassing dient de grond voldoende vochtig te zijn.
Het gebruik van Afalon SC op zeer humusarme zandgronden, op moerassige gronden en op gronden met een slechte structuur, wordt ontraden.
De te behandelen gewassen dienen tenminste 1 maand vast te staan. Met uitzondering van laanbomen moet het plantgoed bij volveldse toepassing nog in rust zijn.

De toepassing in loofhout kan plaatsvinden:
- volvelds over de gewassen, voordat enige werking van de knoppen heeft plaatsgevonden;
- onder de gewassen door, met gebruikmaking van een afschermkap, nadat de knoppen
  zijn uitgelopen.

De toepassing in naaldhout kan plaatsvinden:
- voor het uitlopen van de knoppen volvelds over het gewas;
- na afsluiting van de groei, ca. eind augustus - begin september, volvelds over het gewas;
- na het uitlopen van de knoppen door middel van een rijenbehandeling, met
  gebruikmaking van een afschermkap.

Afalon SC bij voorkeur toepassen op onkruidvrije grond.

Gevoelig voor Afalon SC zijn in ieder geval:
Acer spp.                                  Hydrangea arborescens
Alnus incana                            Larix decidua
Berberis spp.                           Tamarix hispida
Buxus spp.                              Taxus spp.
Deutzia spp.                            Tilia cordata

Het sortiment in boomkwekerijgewassen is bijzonder groot en de gevoeligheid kan zelfs binnen een soort nog zeer variabel zijn.
Indien nog geen ervaring met Afalon SC werd opgedaan, verdient het aanbeveling eerst het middel aan de omstandigheden op het bedrijf op kleine schaal te toetsen.

Toepassing in de sierteelt onder glas:
Dosering:  0,05% (50 ml op 100 l water)  ter bestrijding van dicotyle onkruiden, incl.
                 klaverzuring (“springklaver”), algen en mossen.
                 0,1% (100 ml op 100 l water) indien ook grassen bestreden moeten worden.

Algemene richtlijnen voor het  gebruik onder glas
- Alleen toepassen in gewassen die in grond geteeld worden.
- De grond moet vochtig zijn.
- De temperatuur moet op het moment van toepassing tenminste 18oC zijn.
- Niet toepassen bij temperaturen boven de 280 C teneinde risico van directe verdamping te
  voorkomen. Niet toepassen bij zonnig weer of op gewassen die tengevolge van droogte
  onvoldoende celspanning bezitten.


- De verwarmingsbuizen moeten koud zijn. Teneinde risico van dampschade uit te sluiten als
  de verwarming in werking wordt uitgesteld, verdient het aanbeveling de geraakte buizen
  direct na uitvoering van de behandeling schoon te spuiten. werk derhalve zoveel mogelijk
  met afschermkap.
- Spuit met een grove druppel om drift te voorkomen.
- Onkruid moet goed bevochtigd worden.
- Raak zo min mogelijk het blad van het gewas.
- Houdt rekening met het feit dat gedurende + 3 maanden na toepassing geen nieuwe
  gewassen mogen worden ingezaaid, ingeplant of geplaatst.
- Niet vaker dan eenmaal per jaar toepassen.

 

In aanmerking komende toepassingen:
- Alstroemeria
Uitsluitend op reeds 6 maanden vaststaande gewassen.

- Cymbidium

In dit gewas alleen de laagste dosering toepassen.
Een toepassing dient niet plaats te vinden op jonge planten. Gescheurde planten
moeten eerst vaststaan. Dit is in regel na ca. 3 maanden het geval.
Spuit het middel onder de planten door op het teeltmedium.
- Freesia ( uitsluitend geplante gewassen)
In dit gewas alleen de laagste dosering toepassen.
Spuit direct na het planten, op een bezakte vochtige grond, voordat eventueel houtmot of een ander afdekkingsmateriaal wordt aangebracht.

- Gypsophila
Uitsluitend toepassen in gewassen welke tenminste 6 maanden vaststaan.
Er zijn dan twee mogelijkheden:
a. volvelds over een afgeknipt gewas tot maximaal 10 dagen na het afknippen.
b. tussen het gewas met gebruiksmaking van een afschermkap.

- Roos
Het gewas moet minimaal 1 jaar vaststaan. Bij voorkeur toepassen met gebruikmaking van een afschermkap. Bij de volgende cultivars zijn gunstige ervaringen opgedaan: Mercedes, Darling, Evergold, Motrea en Carolien.
Bij andere cultivars dient eerst een proefbespuiting op een kleine oppervlakte te worden uitgevoerd.

 

Onder teelttafels voor potplantenteelt
De toepassing mag niet plaatsvinden indien varens als cultuurgewas in de kas aanwezig zijn.
De ruimten onder de teelttafels dienen vrij te zijn van hulpmaterialen zoals bijvoorbeeld gaas en potten.
Indien waterbassins onder de tafels voorkomen dient men er zorg voor te dragen dat

Afalon SC niet in het bassin terecht komt.